logo
Home Technische Info Contact Pers Vacatures

30 jaar ingenieurservaring in industriële en huishoudelijke projecten. 

Het beste is maar goed genoeg.


Buitenbedrijfstelling oude stookolietanks tot 20.000 kg: opspuiten met PU schuim

lege tankopspuitenPu schuim

GoLanTec energietechniek organiseert  het buiten bedrijf stellen van uw stookolietank. Het buitengebruikstellen van de stookolietank moet verplicht volgens VLAREM II art. 6.5.5.5. -art. 5.17.2.12. - art. 5.17.3.20 van VLAREM II gebeuren onder toezicht van een erkend tanktechnicus. Het gedetailleerde conformiteitsattest met SV nummer wordt steeds aan de klant afgegeven.

Artikel 6.5.5.5.  

Onverminderd de toepasselijke wettelijke bepalingen met betrekking tot het beheer van afval dienen de houders van een opslaginstallatie die de eigenaar definitief buiten gebruik stelt, geledigd. Rechtstreeks in de grond ingegraven houders dienen bovendien verwijderd; bij onmogelijkheid om de houder te verwijderen dient in overleg met een erkende technicus, de houder gevuld met zand, schuim of enig ander inert materiaal. Alle nodige maatregelen worden genomen om milieuverontreiniging te voorkomen. Naar aanleiding van de buitengebruikstelling van de rechtstreeks in de grond ingegraven houder en vanaf 1 maart 2009 stelt de erkende technicus een certificaat op waaruit ondubbelzinnig moet blijken dat de buitengebruikstelling werd uitgevoerd volgens de regels van het vak. Dit certificaat vermeldt bovendien de naam en het erkenningsnummer van de erkende technicus.

Artikel 5.17.2.12.

§ 1.Indien lekken worden vastgesteld treft de exploitant alle nodige maatregelen om explosiegevaar te voorkomen en verdere bodem- en grondwaterverontreiniging zoveel mogelijk te beperken.   

§ 2.Na vakkundige herstelling mag de houder slechts terug in gebruik worden genomen mits deze een geslaagde dichtheidsbeproeving zoals bepaald in artikel 5.17.2.8 heeft ondergaan. 

§ 3.Bij definitieve buitengebruikstelling van houders, al dan niet omwille van lekken, dient de houder geledigd, gereinigd en binnen een termijn van 36 maanden verwijderd te worden onverminderd de bepalingen van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen en zijn uitvoeringsbesluiten.

Bij materiële onmogelijkheid tot verwijderen, dient binnen dezelfde termijn, in overleg met een milieudeskundige erkend in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen, met een bevoegd deskundige of voor de opslag van P3- en/of P4 producten bestemd voor de verwarming van gebouwen met een erkend technicus, de houder geledigd, gereinigd en gevuld te worden met zand, schuim of een gelijkwaardig inert materiaal. Hierbij dienen de nodige maatregelen inzake explosiebeveiliging en voorkoming van grondwaterverontreiniging getroffen te worden. 

§ 4.Vloeistoflekken die aanleiding hebben gegeven tot bodemverontreiniging of tot verspreiding in de riolering, de oppervlaktewateren, de grondwaters of op naburige eigendommen dienen onmiddellijk door de exploitant aangegeven te worden aan de afdeling , bevoegd voor milieuhandhaving, aan de Gouverneur van de Provincie en aan de Burgemeester.

Artikel 5.17.3.20. 

§ 1. Indien lekken worden vastgesteld treft de exploitant de nodige maatregelen om explosiegevaar te voorkomen en om verdere bodem- en grondwaterverontreiniging zoveel mogelijk te beperken. 

§ 2. Na vakkundige herstelling mag de houder slechts opnieuw in gebruik worden genomen indien een attest werd afgeleverd door een milieudeskundige erkend in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen of door een bevoegd deskundige of voor de opslag van P3- en/of P4-producten bestemd voor de verwarming van gebouwen door een erkend technicus. Hieruit moet ondubbelzinnig blijken dat de houder en de installatie voldoen aan de voorschriften van dit besluit. 

§ 3. Bij definitieve buitengebruikstelling van houders, al dan niet wegens lekken, dient de houder geledigd, gereinigd en binnen een termijn van 36 maanden verwijderd te worden onverminderd de bepalingen van het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen en zijn uitvoeringsbesluiten. Wanneer het onmogelijk is om de houder te verwijderen dient binnen dezelfde termijn, in overleg met een milieudeskundige erkend in de discipline houders voor gassen of gevaarlijke stoffen of met een bevoegd deskundige of voor de opslag van P3- en/of P4 - producten bestemd voor de verwarming van gebouwen met een erkend technicus, de houder te worden geledigd, gereinigd en gevuld met zand, schuim of een gelijkwaardig inert materiaal. Hierbij dienen de nodige maatregelen getroffen te worden voor explosiebeveiliging en om bodem- en grondwaterverontreiniging te voorkomen.

Wetgeving: zie navigator vito emis

Wetgeving: zie informazout

De ondergrondse tanks worden geneutraliseerd en opgevuld met behulp van een tweecomponent inert PU schuim volgens VLAREM II art. 6.5.5.5. -art. 5.17.2.12. - art. 5.17.3.20. 

Er wordt gebruik gemaakt van een hydrofoob hardschuim. Het schuim hardt  vlug uit en heeft de eigenschap om zeer snel substanties met hoge densiteit te absorberen. Het schuim kan niet alleen een grote verscheidenheid aan koolwaterstoffen zoals brandstoffen absorberen, maar eveneens solventen zoals aceton, benzeen, trichloorethyleen, fluorbenzeen, isobutylalcohol. Het hardschuim is niet toxisch en niet vervuilend voor de omgeving. Het is later verwijderbaar.

Vijf stappen:

Eerst wordt een laatste ultieme dichtheidscontrole uitgevoerd. Deze dient om bij latere eventuele bodemverontreinigingen in de buurt te kunnen bewijzen dat het niet van deze tank afkomstig is. 

De eerste stap bij het neutraliseren is het uitpompen van de stookolie en het slib. Deze wordt overgepompt in het reservoir dat voorzien is in de vrachtwagen. 

Na het uitpompen van de stookolie uit de tank, dient de tank nog gereinigd te worden vooraleer deze gevuld kan worden met het opgeschuimde kunsthars. Dit gebeurt met een speciaal ontwikkeld product waardoor het resterende slib uit de tank geneutraliseerd wordt.

Na het reinigen van de tank, vindt het neutraliseren plaats. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een opgeschuimd kunsthars. Nadat de opslagtank opgevuld is met het schuim, kan het schuim uitharden. Het uitgehard schuim absorbeert olierestanten. Dit schuim is niet toxisch, heeft een neutrale pH en is veilig voor het milieu. Met 2 injectoren kan een debiet van 40 m³/u gehaald worden. Er kunnen opslagtanks tot op een afstand van 50 m van de vrachtwagen geneutraliseerd worden. Het is geen probleem indien uw opslagtank zich een eind van een verharde weg bevindt.

Na het buitenbedrijfstellen van de tank worden de  vier wettelijk verplichte attesten afgeleverd.

Premie

Sommige gemeenten geven een premie voor opspuiten. Informeer u bij uw gemeentebestuur.

Wortegem-Petegem : 200,-€

 

Mazouttankservice

Controle of keuring stookolietankReiniging stookolietank  ; Verwijdering stookolietank ; Plaatsingsattest mazouttank ; Renovatie stookolietank, Buitenbedrijfstelling stookolietank  ; Instrumentatie stookolietanks  ; Kathodische bescherming  ; Verhuur tijdelijke stookolietank ; Nieuwe tank in (kruip)kelder

Zie ook:

Artikel: controle van ondergrondse stookolietanks

Vlarem II

 "Nous n’héritons pas de la terre de nos ancêtres, nous l’empruntons à nos enfants"              Antoine de St-Exupéry  


logo Perfecte technologie, daar komt het op aan


© 2016 GoLanTec energietechniek | Oudenaardseweg 123 | B 9790 Wortegem-Petegem | Tel: 055310242 Fax: 055310242 | golantec@gmail.com

Webdesigner

Gebruik

Versie laatst bewerkt op 13/04/2016

Terug naar hoofdpagina