Home | Technische Info HVAC | Zwembaden | Gevel en dakreiniging | Poort automatisering | Contact | Pers | Vacatures |
---|
>32 jaar ingenieurservaring.
Het beste is maar goed genoeg.
GoLanTec energietechniek is een geregistreerd installatiebedrijf. Wij modificeren en bouwen euro (€) besparende en energie (kWh) besparende HVAC installaties.
Wat is een inkuiping?
Steeds vaker stelt de overheid als eis dat mazouttanks in een vloeistofdichte bak, ook wel inkuiping genoemd, worden geplaatst.
Dit is een constructie die de mazout moet opvangen in geval van een lek in de tank. Ze moet lekvrij zijn en gemaakt van niet-ontvlambare materiaal. Haar inhoud moet de totale nominale inhoud van de grootste tank kunnen bevatten (Vlaanderen). Een inkuiping kan afgewerkt worden met een vijverfolie met voldoende dikte en resistent aan koolwaterstoffen. In het geval van een gemetste constructie kunnen volgende producten toegepast worden om de koolwaterstofdichtheid te garanderen:
De letterlijke VLAREM wetgeving :
Art. 5.17.3.1. § 1. De
houders dienen in of boven een inkuiping geplaatst te worden teneinde
brandverspreiding, bodem- en/of grondwaterverontreiniging te voorkomen.
Dubbelwandige houders,
uitgerust met een permanent lekdetectiesysteem dienen niet in of boven een
inkuiping geplaatst te worden.
Art. 5.17.3.6. § 1. De
inkuiping en de fundering voor vaste houders met een individueel
waterinhoudsvermogen vanaf
§ 3. De inkuiping dient
bestand te zijn tegen de inwerking van de opgeslagen vloeistoffen en dient
vloeistofdicht te zijn. De inkuiping dient een voldoende sterkte te hebben om te
weerstaan aan de vloeistofmassa die bij breuk uit de grootste in de inkuiping
geplaatste houder kan ontsnappen.
De vloer dient zodanig
aangelegd te zijn dat de verspreiding van de lekvloeistoffen minimaal blijft en
dat de lekvloeistoffen gemakkelijk kunnen worden verwijderd.
Artikel 5.17.3.7. § 1. Voor opslagplaatsen in vaste houders of verplaatsbare recipiënten gelegen binnen een waterwingebied en/of beschermingszone, dient de minimale capaciteit van de inkuiping gelijk te zijn aan het totale waterinhoudsvermogen van alle erin geplaatste houders en/of recipiënten.
§ 2. Voor opslagplaatsen in vaste houders, gelegen buiten een waterwingebied en/of beschermingszone dient de minimale capaciteit van de inkuiping als volgt te worden bepaald (dubbelwandige houders uitgerust met een permanent lekdetectiesysteem hoeven niet in rekening te worden gebracht):
Voor de opslag van P3-, schadelijke, irriterende, oxiderende, corrosieve en milieugevaarlijke producten: het waterinhoudsvermogen van de grootste houder;
§ 3. Voor de opslagplaatsen gelegen buiten een waterwingebied en/of beschermingszone van producten, andere dan P1- en/of P2-producten, in verplaatsbare recipiënten mag de capaciteit van de inkuiping worden beperkt tot 10 % van het totale waterinhoudsvermogen van de erin opgeslagen recipiënten. In ieder geval dient de capaciteit van de inkuiping minstens gelijk te zijn aan het inhoudsvermogen van het grootste recipiënt geplaatst in de inkuiping.
§ 4. Voor de opslagplaatsen gelegen buiten een waterwingebied en/of beschermingszone van P1- en/of P2-producten in verplaatsbare recipiënten moet de capaciteit van de inkuiping 25 % van het totale waterinhoudsvermogen van de erin opgeslagen recipiënten bedragen. De capaciteit mag tot 10% worden teruggebracht indien, in overleg met de bevoegde brandweer, een aangepaste brandblusinstallatie is aangebracht. In ieder geval dient de capaciteit van de inkuiping minstens gelijk te zijn aan het inhoudsvermogen van het grootste recipiënt geplaatst in de inkuiping.
Artikel 5.17.3.8.
Tenzij anders bepaald in de milieuvergunning bedraagt de afstand tussen de houders onderling ten minste 0,5 m en tussen de houders en de binnenwanden van de inkuiping of de onderkant van de dammen ten minste de helft van de hoogte van de houders.
Deze laatste verplichting vervalt:
1) bij opslag van gevaarlijke vloeistoffen in dubbelmantelhouders of houders met ringmantel of een gelijkwaardige afscherming, die er voor zorgt dat eventuele lekvloeistof binnen de inkuiping terechtkomt, of
Zie ook:
http://navigator.emis.vito.be/milnav-consult/plainWettekstServlet?wettekstId=9322&lang=nl
Afmetingen?
De inkuiping moet het volume van de grootste houder kunnen bevatten. (Vlaanderen)
Afmetingen tot de wand?
Vloeistofdicht?
§ 3. De inkuiping dient bestand te zijn tegen de inwerking van de opgeslagen vloeistoffen en dient vloeistofdicht te zijn. Dit wil zeggen dat beton of een muurtje onvoldoende is. Er moet een vloeistofdichte deklaag aangebracht zijn.
Deze kan zijn :
a) Epoxyverf: Deze verflaag bestaat uit vier lagen:
b) Liner: TARAFOL liner:
c) Hotspray liner:
Er bestaan polyurea coatings speciaal voor deze toepassing. Polyurea coatings zijn zeer goed bestand tegen mazout en bezitten bijzondere eigenschappen op het gebied van treksterkte, slijtvastheid en mechanische weerbaarheid. Het totaal van deze eigenschappen maakt dat een polyurea coating de meeste andere coatings ver achter zich laat. Deze liner wordt verwerkt met behulp van een speciale spuitmachine. Het gespoten hotspray systeem hard uit in enkele seconden en volgt naadloos de ondergrond. Dit zorgt ervoor zorgt dat elk detail volledig vloeistofdicht wordt meegenomen in de afdichting. De korte reactietijden van een polyurea coating zorgen ervoor dat het aangebrachte systeem binnen enkele minuten weer beloopbaar is.
Hotsprays verwerken is een zorgvuldige bezigheid. Om aan alle kwaliteitseisen voor deze coatings te kunnen blijven voldoen is een kwaliteitsprotocol opgesteld. Dit protocol bevat ondermeer zaken als probleemanalyse, productkeuze, systeemopbouw, ondergrondvoorbereiding, uitvoering op locatie, veiligheid op de werkplek tijdens de verwerking van polyurea evenals een (verzekerde) garantie.
Apparatuur: Hotspray coatings worden altijd met behulp van gespecialiseerde apparatuur verwerkt. Deze spuit /sproei machines nemen dan ook een aantal functies voor hun rekening:
Mechanische stevigheid?
Art. 5.17.3.6. § 1. De inkuiping en de fundering voor vaste houders met een individueel waterinhoudsvermogen vanaf 10.000 l dienen gebouwd te worden volgens een code van goede praktijk onder het toezicht en volgens de richtlijnen van een architect, een burgerlijk ingenieur architect, een burgerlijk bouwkundig ingenieur of een industrieel ingenieur in de bouwkunde. De inkuiping dient een voldoende sterkte te hebben om te weerstaan aan de vloeistofmassa die bij breuk uit de grootste in de inkuiping geplaatste houder kan ontsnappen.
"Nous
n’héritons pas de la terre de nos ancêtres,
nous l’empruntons à nos enfants" Antoine de St-Exupéry
Perfecte technologie, daar komt het op aan
Versie laatst bewerkt op 1/07/2021