Home | Technische Info HVAC | Zwembaden | Gevel en dakreiniging | Poort automatisering | Contact | Pers | Vacatures |
---|
>32 jaar ingenieurservaring.
Het beste is maar goed genoeg.
GoLanTec energietechniek is een geregistreerd HVAC installatiebedrijf. Wij modificeren en bouwen eurobesparende HVAC oplossingen.
Nadelen van de klassieke kamerthermostaat
Het regelen van de warmteproductie gebeurt in huishoudelijke installaties vaak door de ketel aan en uit te schakelen. Een regeling waarbij één cyclus (tijd tussen twee opeenvolgende inschakelmomenten) zeer lang duurt, geeft te grote temperatuurschommelingen in huis. Een te korte cyclus (zeer frequent starten) geeft dan weer een grotere uitstoot van schadelijke gassen en een hoger energieverbruik. Dit probleem kan je intussen al oplossen door een tijdsproportionele thermostatische regeling (waarbij de duur van een cyclus bijvoorbeeld vast ingesteld staat op vijf minuten) toe te passen, of een modulaire regeling. Een thermostatische regeling vraagt namelijk een referentieruimte, een functie die doorgaans vervuld wordt door de woonkamer. Wanneer er in de woonkamer met de kamerthermostaat echter nog andere warmtebronnen aanwezig zijn zoals een sterke zoninstraling of een open haard, dan vraagt de thermostaat weinig warmte aan de ketel. Doordat het ketelwater afkoelt, wordt het kouder in de andere kamers. De radiator thermostaten gaan dan wel open, maar de radiatoren blijven koud. Krijgt een gebruiker het te warm in de referentieruimte en draait hij de radiatorkraan toe, dan wordt het in de andere kamers weer te warm.
Vier manieren om uw ketelwatertemperatuur naar omlaag te brengen:
1) Verlaag de temperatuur van het ketelwater in de zomer:
De eenvoudigste oplossing. In de zomer is er minder warmte nodig. Meestal enkel voor sanitair warm water. Misschien is een zonneboiler de oplossing. Dan kunt u de ketel afleggen in de zomer.
2) Plaats een kamerthermostaat met sturing van de ketelwatertemperatuur:
Een normale kamerthermostaat start of stopt de circulatiepomp. De ketel wordt op constante temperatuur gehouden door de ketelwaterthermostaat.
De kamerthermostaat met sturing van de ketelwatertemperatuur daarentegen zorgt ervoor dat de brander gestuurd wordt door de vraag naar warmte in het huis en niet door de ketelwatertemperatuur. Daardoor kan men de ketel koud laten komen tijdens de nacht wanneer er geen warmte nodig is. Deze zuinige klokthermostaten sturen rechtstreeks de brander en de circulatiepomp, wat mogelijk is met de moderne lagetemperatuurketels en condensatieketels.
3) Plaats een module voor sanitair warm water:
Een module voor sanitair warm water moduleert de ketelwatertemperatuur afhankelijk van de toepassing op dat moment. Er zijn twee werkingsmodes:
Moet er warm water geproduceerd worden ( de boiler opgeladen worden) dan wordt de ketelwatertemperatuur tot bvb 70°C opgetrokken.
Is er enkel warmte nodig voor het opwarmen van het huis dan kan dit met minder warm ketelwater gebeuren bvb 50°C.
4) Weersafhankelijke regeling
Terwijl een kamerthermostaat een verwarmingsketel stuurt naargelang van de temperatuur die hij meet in de kamer waarin hij hangt, registreert een weersafhankelijke regeling ook wat voor weer het buiten is en stuurt hij op basis daarvan de verwarming aan.
Regeling
Hoe kouder het buiten is, hoe hoger de ketelwatertemperatuur moet worden. Wordt het buiten warmer, dan laat men de ketelwatertemperatuur dalen. De relatie tussen buitentemperatuur en ketelwatertemperatuur is dus lineair, of kan in een lijn uitgedrukt worden, de zogenaamde stooklijn. Deze stooklijn moet correct inregelt worden bij iedere installatie. De stooklijn stelt men in bij de installatie, op basis van de wensen van de gebruikers, de grootte en isolatiegraad van het gebouw en de warmtebronnen. Is de stooklijn goed gekozen, dan zal het bij elke buitentemperatuur binnen even warm worden. U kan uiteraard 's nachts wel een verschillende binnentemperatuur vragen dan overdag. Dit doet u door verschillende 'schakelpunten' in te stellen op de klokthermostaat.
Componenten
De buitenvoeler registreert de buitentemperatuur. Bij wind en regen, wanneer de warmteverliezen groter zijn dan bij even koud maar droog en windstil weer, meet de voeler niet alleen de luchttemperatuur maar ook de door de wind en verdampingskoude veroorzaakte lagere waarde. De plaats waar de buitenvoeler wordt aangebracht hoeft dus niet beschermd te worden tegen de wind of erg in de wind gelegen te zijn en hij mag al dan niet blootgesteld zijn aan direct zonlicht. Wel wordt de de buitenvoeler gemonteerd aan de kant van het huis waar de meest gebruikte ruimtes liggen. Is het niet duidelijk welke kant dit is, dan hangt u de buitenvoeler het best aan de noordkant van het huis. Het apparaat moet wel voldoende verwijderd zijn van openingen in de buitenmuur waaruit voortdurend of bij momenten warme lucht kan stromen. Hang de voeler dus op minstens 1 m van ramen, deuren, ventilatieroosters, een rookgasafvoer... Om de buitentemperatuur optimaal te registreren, moet de buitenvoeler bij gebouwen tot 3 verdiepingen bovendien op ongeveer 2/3 van de hoogte van de gevel aangebracht worden.
Via een warmwatersonde controleert het elektronisch regelpaneel op haar beurt of de aanvoerwatertemperatuur hoog genoeg ligt om de gewenste binnentemperatuur te bekomen bij die buitentemperatuur.
Het regelsysteem zet de brander in werking tot die temperatuur bereikt is. Vaak is de installatie van een weersafhankelijke regeling gewoon een kwestie van een voeler voor de buitentemperatuur en een warmwatersonde aanbrengen en de juiste installatie parameters invoeren. Hebt u te maken met een recente, bestaande ketel zonder regelunit, dan kan u de regelunit vaak ook achteraf in de ketel inbouwen.
"Nous
n’héritons pas de la terre de nos ancêtres,
nous l’empruntons à nos enfants"
Antoine de St-Exupéry
Perfecte technologie, daar komt het op aan
:
055310242
|
Versie laatst bewerkt op 17/10/2018