|
---|
25 jaar ingenieurservaring in industriële en huishoudelijke projecten.
Het beste is maar goed genoeg.
Noodverlichting
Noodverlichting.
• Overlaad- en ontladingsbeveiliging- Automatische inschakeling bij stroomuitval
• Enkel 6 uur / dubbel 3 uur brandtijd bij stroomuitval
• LED oplaadindicatie
• Testknop
• 2 x 8 Watt tl buizen
• 2 x 18 Watt TL buizen (Enkel 4 uur / dubbel 2 uur brandtijd)
Continu brandende noodverlichting.
• Overlaad- en ontladingsbeveiliging- Automatische inschakeling bij stroomuitval
• één uur brandtijd bij stroomuitval
• LED oplaadindicatie
• Testknop
• Noodverlichting (Nooduitgang) - 2 x 8 Watt TL buizen
• Noodverlichting (Uit)- 2 x 8 Watt TL buizen
Toepasbare Belgische normering
De voorschriften van artikel 63bis en artikel 651 voorzien, onder bepaalde omstandigheden, in het aanbrengen van een noodverlichting. De verlichting, zoals bedoeld in voormelde artikelen, wordt in geharmoniseerde Europese normen als "veiligheidsverlichting" gedefinieerd.
Als code van goede praktijk voor het aanbrengen van deze veiligheidsverlichting kan men zich baseren op de definitieve versie van de Europese ontwerpnorm prEN 50172 "Systèmes d'éclairage de sécurité".
Toepassingsgebied
1. Algemene bepalingen
Bedoelde gebouwen
De eerste paragraaf van artikel 63bis is van toepassing in alle gebouwen waar werknemers (zoals bedoeld in artikel 2, §1, 1° van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk) zijn tewerkgesteld.
Artikel 63bis bepaalt dat de inrichtingen die moeten voorzien zijn van een kunstmatige verlichting, moeten uitgerust zijn met een noodverlichting.
De criteria die de plaatsen vaststellen waar een kunstmatige verlichting verplichtend is, stellen dus eveneens de plaatsen vast die moeten uitgerust zijn met een noodverlichting.
Die criteria vloeien voort uit de toepassing van de bepalingen van het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming aangaande de verlichting, volgens dewelke de kunstmatige verlichting verplichtend is op alle werkplaatsen waar werknemers (zoals bedoeld in artikel 2, §1, 1° van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk) zijn tewerkgesteld en waar de arbeidsvoorwaarden het vereisen, bijvoorbeeld bij ontoereikende natuurlijke verlichting, voor het werk dat er overdag wordt uitgevoerd, om reden van hun bezetting na het vallen van de dag, 's avonds of tijdens de nacht, enz...
Bedoelde lokalen
De gangen, trappen en uitgangswegen die door de genoemde personen kunnen gebruikt worden, moeten beschouwd worden als werkplaatsen in de zin van die bepalingen.
Het volstaat dat het noodverlichtingsnet zich enkel uitstrekt over de ontruimingswegen, daar waar de constructie van de scheidingswanden tussen deze ontruimingswegen en de lokalen zodanig is opgevat (bijvoorbeeld door beglazing) dat bij het aansteken van de noodverlichting de zichtbaarheid in de lokalen voldoende blijft om de ontruiming van de personen te verzekeren.
Installatie voor het automatisch aansteken van de noodverlichting
1. Toepassingsgebied
Het automatisch aansteken van de noodverlichting van zodra de algemene verlichting uitvalt, voorgeschreven in de tweede paragraaf van artikel 63bis, is verplichtend in de gebouwen waar werknemers (zoals bedoeld in artikel 2, §1, 1° van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk) zijn tewerkgesteld en waar gewoonlijk meer dan honderd personen vertoeven, of het werknemers zijn of niet.
2. Uitzonderingen
Wanneer het aantal van honderd personen slechts zeer zelden bereikt wordt, dit wil zeggen enkele keren per jaar, dan is de inrichting niet onderworpen aan de voorschriften van die paragraaf.
3. Voedingsbronnen
Die paragraaf bepaalt bovendien welke elektrische voedingsbronnen in dat geval toegelaten zijn voor het noodverlichtingsnet. De bepaling "hetzij door een batterij elektrische accumulatoren" mag niet beperkend geïnterpreteerd worden, door een enkele hoofdbatterij te eisen voor het gebouw; verschillende batterijen mogen gebruikt worden.
Toestellen "lamp-batterij" die een geheel vormen, mogen gebruikt worden.
Werkingsduur en intensiteit
Er bestaan geen nauwkeurige bepalingen in het Algemeen Reglement voor de arbeidsbescherming aangaande de werkingsduur van de noodverlichting, noch voor de tijd die nodig is om het toestel volledig te herladen.
Nochtans bepaalt artikel 63bis, in zijn eerste lid, dat de inrichtingen moeten uitgerust zijn met een noodverlichting die voldoende is voor de ontruiming van de personen.
Daarmee wordt niet alleen de intensiteit van de verlichting bedoeld, maar eveneens de werkingsduur ervan, rekening houdend met de omstandigheden.
Bijkomende inlichtingen.
- In de eerste plaats bij de preventieadviseur van de interne en/of de externe dienst voor preventie en bescherming.
- In de tweede plaats bij de regionale directie van het Toezicht op het Welzijn op het Werk die bevoegd is voor de werkgever.
- Over interpretatie van de regelgeving: schriftelijk bij de Algemene Directie Humanisering van de Arbeid.
Perfecte technologie, daar komt het op aan
:
055 310242
|
Versie laatst bewerkt op 6/01/2015